A.C. Verhees, ca 1910
Historische verzameling der Schutterij te 's-HertogenboschNL-HtSA Archiefnummer 0233 |
SZ / Koninklijke OnderscheidingenArchiefnummer 2.15.14 |
Voor een geboren en getogen Rotterdammer, maar die al bijna 40 jaar in Den Bosch woont, gaat er natuurlijk een extra lampje branden wanneer die twee steden met elkaar in verband kunnen worden gebracht. Dan is het aardig te weten dat Erasmus van Rotterdam in de 15e eeuw naar school ging in 's-Hertogenbosch. En dat een eeuwlang de ‘Rotterdamse boot’ over het water beide steden dagelijks met elkaar verbond. Na het bombardement door de Duitsers in de meidagen van 1940 kwam 's-Hertogenbosch Rotterdam te hulp. En Rotterdam, op zijn beurt, verleende 's-Hertogenbosch hulp na de bevrijding in 1945. Tussen beide steden ontstond toen een speciale band, die door wederzijdse bezoeken werd onderstreept. Extra plezier derhalve, toen de Filafair afgelopen maart voor een luttel bedrag mij een bijzonder briefje opleverde, dat op 18 maart 1921 werd verstuurd van Den Bosch naar Rotterdam. Dat dit was geadresseerd aan de grote Karel | 7 |
Paul van der Mandele (1880-1975) was mij meteen wel duidelijk. Voor iedere Rotterdammer is ‘K.P.’ namelijk een begrip. In de periode voor de oorlog was hij jarenlang directeur van de Rotterdamsche Bankvereeniging. Van 1940 tot zijn 80ste verjaardag in 1960 was hij voorzitter van de Rotterdamse Kamer van Koophandel. Algemeen wordt hij beschouwd als de drijvende kracht achter de ontwikkeling van de stad. Denk bijvoorbeeld aan de Economische Hogeschool, Museum Boymans, de Maastunnel, de bouw van het ss. Nieuw Amsterdam en de ontwikkeling van Rotterdam tot wereldhaven nummer één. De dag na het bombardement op 14 mei 1940 overlegde hij met burgemeester Oud. En op 18 mei lag er al een opdracht om een plan van wederopbouw te ontwerpen. Zo speelde K.P. tijdens de oorlog ook een belangrijke rol bij de financiering van de spoorwegstaking van 1944/1945. Een van zijn laatste wapenfeiten is de totstandkoming in 1968 van het bekende standbeeld voor koningin Wilhelmina van de hand van Charlotte van Pallandt. Tja! En nu zijn we ook nieuwsgierig wie de afzender is geweest van de brief. Dat was even puzzelen, want de handtekening op de achterzijde is niet echt duidelijk. Maar aan de hand van het landelijk telefoonboek uit 1915, waarin slechts vijf pagina’s voldoende zijn voor alle aansluitingen in 's-Hertogenbosch, kwam de naam naar voren van ene Dr. J. Freericks in de Peperstraat, met telefoonnummer 336. Ook over deze man valt wel een en ander te vertellen. Zo bekend als Van de Mandele in Rotterdam is Freericks niet geworden in Den Bosch. Maar dr. Jac. J.F. Freericks (1865-1949) heeft wel degelijk een heel belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van de gezondheidszorg in onze | 8 |
stad. Nadat hij zich als huisarts had gevestigd in ’s-Hertogenbosch, ging hij zich - en dat was een nieuwe ontwikkeling eind 19e eeuw - aanvullend op zijn praktijk nader specialiseren. Dr. Jac. Freericks bekwaamde zich in de chirurgie en werd zodoende behalve huisarts ook de eerste medisch specialist in Den Bosch. Hij wist de zusters van Carolus Borromeus te overreden om volgens nieuwe inzichten een operatiekamer in te richten in het Carolusziekenhuis, waaraan hij van 1893 verbonden was. Het Carolus ontwikkelde zich mede daardoor tot het op dat moment modernste ziekenhuis van Den Bosch. Dat feit, en de goede reputatie van Freericks als chirurg, trok van verre patiënten naar het ziekenhuis van de Duitse zusters. In 1895 trouwde Freericks met Emilie van Zinnicq Bergmann, dochter van een aanzienlijke Bosschenaar, die onder meer rijks advocaat was, lid van de Eerste Kamer en lid van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Zijn huwelijk heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat hij in 1901 het huis in de Peperstraat nr. 6 kon betrekken als praktijkwoning. Dit pand is waarschijnlijk het meest vermaarde woonhuis van Den Bosch. Het staat bekend als ‘Huizinghe de Loet’, waarvan de oorsprong is terug te voeren tot in de 14e eeuw. In een magistraal boekwerk heeft Jan van Oudheusden aan de hand van deze woning ‘650 jaar stedelijke geschiedenis’ gedocumenteerd en beschreven. In 1929 trok dr. Freericks zich terug uit zijn praktijk, waarna hij uit 's-Hertogenbosch vertrok. Hij overleed in 1949 in het Brusselse Ukkel. Het huis aan de Peperstraat was in 1930 in het bezit gekomen van de Bossche ondernemer Lodewijk de Gruijter. | 9 |
Blijven twee vragen naar aanleiding van de brief, waarop het antwoord slechts naar zich laat raden: Hoe zijn de twee mannen met elkaar in contact gekomen? Beiden hebben weliswaar gestudeerd in Leiden. Maar toen Freericks in 1891 afstudeerde als arts, woonde de toekomstige K.P. als jochie van elf in Delft. Mogelijk heeft Van der Mandele zich eens als patiënt gewend tot de beroemde arts/chirurg. Tweede vraag: wat is de inhoud geweest van deze envelop van handgeschept papier? Ik heb niet meer dan een vermoeden: in oktober 1922 vond het huwelijk plaats tussen Marie Georgine, de jongste dochter van dokter Freericks, met Hendrik Willem von Freijburg. Mogelijk verloofden zij zich een jaar daarvoor, in maart 1921, en verstuurde de trotse vader in deze envelop de verlovingskaart. | 10 |
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 132
Max Cahen, Joden van 's Hertogenbosch in mijn jeugd, 1920-1940, in anecdotische beschrijving : Een wandeling langs hun woningen (1979) 6
J.Th. Janssen, Kabinet van de Minister: Koninklijke Onderscheidingen, (1914) 1920-1940 (1982) 27-28
A.J.J. van de Well, Beschrijvende Catalogus van de Historische Verzameling der Schutterij te 's-Hertogenbosch (1910) 61, 81
Th.A. Wouters, 'Professionalisering en specialisering van de gezondsheidszorg' in: Geschiedenis van Noord-Brabant (1996) II. 279, 291
Th.A. Wouters, Van bedeling naar verheffing XI (1968) 361